Antwoord

Het Voedingscentrum adviseert om:

  • Vlees goed te verhitten zodat alle bacteriën worden gedood;
  • Rauw vlees gescheiden te verwerken van ander voedsel. Hiermee wordt kruisbesmetting voorkomen;
  • Na aanraking van rauw vlees goed de handen wassen.

Opmerkingen

Op basis van bestaande gegevens concludeert bureau Risicobeoordeling van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) vooralsnog dat levensmiddelen geen of een verwaarloosbare rol spelen bij de verspreiding van MRSA. De kans dat de MRSA-bacterie via vlees wordt overgebracht op de mens is erg klein omdat de bacteriën alleen in zeer kleine aantallen op het vlees zijn aangetroffen. Overdracht op mensen is tot op heden voornamelijk bekend van situaties waarin sprake is van blootstelling aan grote aantallen bacteriën, zoals bij intensief contact met dieren die veel MRSA bij zich dragen.

In de periode juni tot december 2007 trof de Voedsel- en Warenautoriteit kleine hoeveelheden MRSA aan op vlees van kalkoen (31% van de monsters), kip (27%), kalf (17%), varken (10%), rund (10%) en lam (6%). Ook op vlees van wild (4%) en gevogelte (3%) was de bacterie aanwezig. De circa 1300 monsters zijn genomen in schappen van Nederlandse winkels. De MRSA behoorde voor het grootste gedeelte (84%) tot het type dat eerder ook bij dieren en veehouders is aangetroffen (de zogenaamde 'niet typeerbare' NT-MRSA').


Bronnen


Voorbeelden

Geen

.