Antwoord
Risicofactoren bepalen in welke risicocategorie iemand ingedeeld kan worden. De risicocategorie waarin iemand valt, bepaalt weer welke maatregelen er genomen moeten worden.
Opmerkingen
De Werkgroep InfectiePreventie onderscheidt vier risicocategorieën, die bestaan uit de volgende risicofactoren:
Categorie 1
- Patiënten bij wie het MRSA-dragerschap is aangetoond.
Categorie 2
- Patiënten die minder dan 2 maanden geleden langer dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis werden verpleegd.
- Patiënten die korter dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis hebben gelegen maar daar zijn geopereerd, een drain of katheter kregen, of zijn geïntubeerd of huidlaesies hebben, of mogelijke infectiebronnen zoals abcessen of furunkels (steenpuisten). − Buitenlandse patiënten op de dialyseafdeling (zogenaamde gastdialysanten).
- Patiënten afkomstig uit een ander Nederlands ziekenhuis of verpleeghuis, van een afdeling of unit waar een MRSA-epidemie heerst, die nog niet onder controle is. − Patiënten die met een onverwachte MRSA-drager op één kamer hebben gelegen.
- Patiënten uit categorie 1 na behandeling voor dragerschap, waarvan de controlekweken nog niet bekend zijn.
- Kinderen die geadopteerd worden, hebben een verhoogde kans op dragerschap, maar screening wordt alleen aanbevolen als deze kinderen een ziekte hebben die maakt dat zij moeten worden opgenomen in het ziekenhuis of dat zij regelmatig de polikliniek moeten bezoeken. Het is van belang om zich in dit kader te realiseren dat MRSA-dragerschap geen ziekte op zich is.
- Alle personen die contact hebben met levende varkens of vleeskalveren, ongeacht of dit contact beroepsmatig is of niet en ongeacht waar het plaatsvindt.
- Indien binnen drie maanden screening voorafgaand aan de ziekenhuisopname plaatsvindt en de uitslag daarvan negatief is, wordt de patiënt in categorie 3 opgenomen en wordt deze op de dag van opname nogmaals gescreend op MRSA-dragerschap. In categorie hoeven dan geen beschermende maatregelen te worden genomen.
Categorie 3
- Nederlandse hemodialysepatiënten die in het buitenland zijn gedialyseerd.
- Patiënten gedurende het eerste jaar na een behandeling voor MRSA-dragerschap met negatieve controlekweken.
- Patiënten die langer dan 2 maanden geleden in een buitenlands ziekenhuis werden verpleegd en waarbij risicofactoren aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld chronische lucht- of urineweginfecties of persisterende huidlaesies. Dit ter afweging door deskundigen.
Categorie 4
- Patiënten die langer dan 2 maanden geleden in een buitenlands ziekenhuis werden verpleegd en waarbij geen risicofactoren aanwezig zijn, zoals chronische lucht- of urineweginfecties of persisterende huidlaesies. Dit ter afweging door deskundigen.
- Patiënten die korter dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis zijn geweest en niet zijn geopereerd, geen drain of katheter kregen, niet zijn geïntubeerd en geen huidlaesies hebben, of mogelijke infectiebronnen zoals abcessen of furunkels (steenpuisten).
- Patiënten die verblijven op een afdeling waar één of meer patiënten met MRSA worden verpleegd, waarbij adequate voorzorgsmaatregelen getroffen zijn.
- Patiënten die zijn behandeld voor dragerschap en van wie daarna de controlekweken een jaar negatief zijn gebleven.
Bronnen
- Werkgroep InfectiePreventie: Richtlijn MRSA, ziekenhuis. Revisiedatum: januari 2012.
- Graffunder EM, Venezia RA. Risk factors associated with nosocomial methicillin-resistant Staphylococcus aureus (MRSA) infection including previous use of antimicrobials. Journal of Antimicrobial Chemotherapy 2002;49:999-1005
Voorbeelden
- Website van het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu, waarop tevens de risicofactoren op het krijgen van MRSA genoemd worden.